De dood van Theo van Gogh (1891)

Op 25 januari, nu 121 jaar geleden, overleed Theo van Gogh in het Willem Arntszhuis te Utrecht.

Theo van Gogh

Na de zware periode door het overlijden van zijn broer Vincent krijgt Theo maar geen rust. De syfilisbesmetting doet een steeds heftiger aanslag op zijn longen en geestelijk gaat het ook al niet veel beter met hem. De financiële problemen groeien hem boven het hoofd en er zijn steeds meer conflicten met zijn werkgever. Ook de spanningen met zijn vrouw Jo Bonger nemen toe. Zo zeer dat uiteindelijk Jo met hun zoon Vincent Willem naar Nederland vertrekt om rust te krijgen . Wanneer    Vincent zichzelf met een pistool door de borst schiet, wordt opgenomen in het ziekenhuis en vervolgens overlijdt, is Theo natuurlijk bij hem. De weken na de dood van Vincent wordt het schuldgevoel voor Theo haast een obsessie. Hij kan alleen nog maar denken en spreken over Vincent. Hij krijgt nachtmerries waarin hij ’s nachts door Vincent wordt achtervolgd. Hij kan dit niet stoppen en het blijft maar doorgaan.

Het gaat mede hierdoor, steeds slechter met Theo. Begin oktober 1890 neemt hij op staande voet ontslag bij Goupil. Niet beschaafd, zoals verwacht mag worden van Theo, maar door jaren opgekropte woede, frustratie verlaat hij de zaak met veel misbaar, geschreeuw en slaande deuren. Daarna volgt een totale instorting en wordt hij opgenomen in de verpleeginrichting Dubois in Parijs. Hij ligt somber in een oud metalen bed op een kleine kamer. Hij ligt er vastgebonden. Veel kan hij zich van de opname niet meer herinneren, alleen dat hij tussen twee gespierde broeders gebracht is. Hij kan zich ook niet herinneren dat hij op het punt stond zijn vrouw aan te vallen. Hij kan zich zelfs niet herinneren wat daaraan vooraf ging. Het is een blinde vlek. Hij was zo door Vincent geobsedeerd dat hij het iedereen kwalijk nam die het niet met zijn denkbeelden eens is.

Als Jo op bezoek komt spreekt de dokter van ‘zelfmoordplannen en grootheidswanen’.  Ze schrikt hier hevig van. Na enkele dagen wordt Theo opgenomen in de privékliniek van dokter Esprit Blanche in Passy, de vermaarde kliniek waar bekende kunstenaars en rijken werden opgenomen.

De kliniek van dr. Esprit Blanche

Het blijkt ernstig te zijn met Theo. Een arts geeft zelfs aan dat het ‘met hem veel ernstiger is dan met Vincent’. Net als Vincent krijgt hij badverpleging; uren ligt hij eenzaam in het lauwe bad. Zou hij zich de brief van Vincent nog herinneren waarin deze schrijft: ‘… met in de laatste tijd twee baden van twee uur per week, is het duidelijk dat het goed kan kalmeren.’?

Hoewel Vincent meestal eenzaam in de kliniek verbleef, ontvangt Theo in het begin nog wel  bezoek. Zelfs zus Willemien komt uit Leiden om hem de groeten van moeder over te brengen. Maar het gaat slechter met Theo. Als hij niet meer wil eten wordt hij zelfs per sonde gevoed. Jo heeft het moeilijk met de opname van Theo. Ze heeft het nog moeilijker met de diagnose die de artsen haar vertellen: Syfilis blijkt de oorzaak van zijn verlammingen en dementie. Daar wil ze niet aan, dat is te schokkend.

Als Theo wat opknapt verzoekt ze de Nederlandse psychiater en schrijver Frederik van Eeden om Theo te bezoeken. Op 16 november 1890 schrijft de directeur doktor J. Meuriot ‘ik verklaar dat de heer Theodorus van Gogh, geboren 1 mei 1857 te Zundert in een opwindingstoestand met grootheidswanen en een progressieve algemene paralyse (dementia paralytica, gh) verkeert en dat zijn staat dringend voortgezette behandeling vereist in een speciale verpleeginrichting.

Theo wordt, door tussenkomst van Van Eeden, uiteindelijk in een Nederlandse inrichting opgenomen. Onder begeleiding van twee verplegers reist Theo op 17 november met de trein naar Utrecht, hij zit in een dwangbuis, want men neemt geen enkel risico. Zijn vrouw Jo en zoon Vincent Willem zitten in dezelfde coupé van de nachttrein naar Utrecht. De volgende ochtend arriveren ze bij het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen Willem Arntsz Huis in Utrecht.

Willem Arntsz Huis te Utrecht

Theo is zeer opgewekt en verward. Praat onsamenhangend, in verschillende talen en heeft geen enkel begrip van tijd of plaats. Jo is genoodzaakt hem achter te laten en vertrekt met zoontje Vincent Willem naar haar familie.

Theo heeft meer overeenkomsten met zijn broer dan hij zou wensen. Hij leidt nu ineens hetzelfde leven als Vincent indertijd in Arles en Saint-Rémy.

Met Theo gaat het de komende dagen slechter; veel wanen en agressie, onrustige nachten en verblijf in de isoleer. Begin december wordt de negatieve spiraal wat doorbroken en wordt Theo rustiger en kalmer. Maar als de tweede week van december Jo en zuster Willemien op bezoek komen, brengt hem dit zodanig van streek dat hij weer enkele onrustige dagen heeft. De artsen vragen Jo niet meer op bezoek te komen omdat dit Theo teveel opwind. Als zij voor Kerst hem een bos bloemen laat bezorgen maakt hij die vrijwel direct kapot. Dan gaat het de eerste twee weken van januari 1891 gelukkig wat beter, echter daarna krijgt Theo toch weer een inzinking.

Het medisch dossier geeft op 20 januari nog aan dat Theo steeds wezenlozer wordt en af en toe zeer luidruchtig. Het slikken gaat moeilijker en hij moet worden gevoerd. Hij slaapt in een beschermende ‘bekleede klib’. Verdere gegevens zijn niet meer in het dossier te vinden. Als laatste wordt het dossier gesloten met de vermelding dat Theo van Gogh wordt afgevoerd als overleden op 25 januari 1891. Op de omslag van het dossier staat overigens 24 januari! Helaas ontbreekt er een officiële overlijdensverklaring waardoor Theo’s overlijden, evenals  van zijn broer Vincent, mysterieus te noemen is. Theo van Gogh is maar 33 jaar geworden. Na enkele dagen wordt Theo begraven in Utrecht.

Graf Theo van Gogh in Utrecht

Jo Bonger ziet het als haar taak om de nalatenschap van Vincent van Gogh (en daarmee ook die van haar man Theo) onder de aandacht te brengen. Ze begint met het sorteren van de vele brieven tussen Vincent en Theo (en die van andere familieleden), wat leidt tot het uitbrengen van Vincents ‘Brieven aan zijn broeder’ in 1914.

Ze draagt deze uitgave op aan de nagedachtenis van Vincent en Theo en citeert in haar voorwoord de Bijbel: ‘En zij zijn ook in hun dood niet gescheiden’.

Om dit niet alleen in woorden maar ook in daden gestalte te geven besluit ze Theo te laten herbegraven naast Vincent in Auvers.

Graf Vincent en Theo in Auvers

De rest is geschiedenis.

* met dank aan Judith Perignon

Dit bericht werd geplaatst in over het boek en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op De dood van Theo van Gogh (1891)

  1. Ik vind het zo een ontroerende geschiedenis tussen deze twee onafscheidelijke broeders.
    Ik ben een drietal keer naar auvers-sur-oise geweest en telkens een bezoek gebracht aan deze twee onvergetelijke mensen.
    Ik en mijn echtgenote hebben daar ter plaatse in een levend schilderij gestaan bij het naar buiten gaan van het kerkhof tussen korenvelden en de vogels in de lucht. Onvoorstelbaar.
    Deze kunstenaars vincent een oertalent in de schilderkunst en zijn fantastische broer verdienen
    alle erkentelijkheid. Ze zijn allebei wereldroem. Vergeten we ook niet vincent litterair talent.
    Met alle respect.

  2. Grafstenen krijgen een gezicht en de dood van theo van gogh die in nederland begraven werd , verdiend zeker ’s werelds aandacht, alsook zijn echtgenote jo bonger die verantwoordelijk was die leidde tot vincent ’s werelds beroemdheid. Dit boek mag bij mij zeker niet ontbreken, dat is een feit.

Plaats een reactie